Kringlooplandbouw

Opgave

Kringlooplandbouw is een vorm van duurzame landbouw waarbij de kringloop van stoffen zo veel als mogelijk gesloten is. Dit houdt in dat stoffen die door de landbouw uit een gebied verdwijnen, ook weer teruggebracht worden in het gebied. Grondstoffen en producten blijven zo lang en zo hoogwaardig mogelijk in de kringloop door volledige benutting van grondstoffen, hoogwaardig gebruik van biomassa en recycling van reststromen.

Oplossingen

Limburgse boeren en tuinders hebben de volgende oplossingen in huis voor deze opgave:

Natuurinclusieve landbouw

Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw die uitgaat van een veerkrachtig voedsel- én ecosysteem, optimaal gebruik maakt van de natuurlijke omgeving (het ‘natuurlijk kapitaal’) en deze integreert in de bedrijfsvoering. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving en heeft een positief effect op de biodiversiteit.

Maatwerk op gebiedsniveau

Door meer maatwerk op gebiedsniveau kan worden ingespeeld op de behoeften en inpassing in het gebied. Voor het ene gebied betekent dit verduurzaming door intensivering: meer voedsel produceren met minimale input en uitstoot per product. Voor het andere juist extensiveren: met meer input en uitstoot per product, met daarbij de keus om minder te produceren en verdienvermogen te behouden door een combinatie van functionaliteiten, bijvoorbeeld agrarisch en recreatie.

Restwarmte en geothermie

Met het toepassen van restwarmte en geothermie (aardwarmte) via warmtenetten, kunnen de bebouwde omgeving, glastuinbouwgebieden en de voedsel- en sierteeltproductie van warmte worden voorzien.

Biomassa

Door de inzet van composteringswarmte, vergisting, groen gas en andere vormen van biomassa wordt duurzame energie opgewekt. Hierbij kan bijvoorbeeld de koppeling worden gelegd tussen agrarische sectoren en het verwarmen van de bebouwde omgeving en industrie. Bovendien kunnen teruggewonnen mineralen worden ingezet als alternatief voor nieuwe delfstoffen (industrie).

Windmolens en zonnepanelen

Door de toepassing van windmolens en zonnepanelen op of nabij stallen en loodsen, en door inzet op innovaties die multifunctioneel grondgebruik (combinatie van agrarische functie met energieopwekking) mogelijk maken, kan de sector een substantiële bijdrage leveren aan de klimaatdoelen (klimaatneutraal maken / reductie broeikasgassen).

Plantaardige grondstoffen

Een gedeeltelijke overgang van fossiele grondstoffen naar biogrondstoffen, is een belangrijke route richting reductie van broeikasgasemissies. De land- en tuinbouw zijn zo de basis van een nieuwe, duurzame (biocirculaire) economie.

Werken aan een weerbare bodem

Versterking van de bodemweerbaarheid door in te zetten op bodemgezondheid, op basis van onder andere een slimme inzet van dierlijke meststoffen (door onder meer precisiebemesting) en betere of andere bodembewerking.

Mestverwaarding (onderdeel van hergebruik reststromen)

Mestverwaarding is essentieel voor de transitie van fossiel naar circulair gebruik van grondstoffen, die zowel binnen als buiten de land- en tuinbouw kunnen worden toegepast.

Organische stofgehalte verhogen

Door in te zetten op een hoger organisch stofgehalte wordt het bodemleven versterkt, wat zorgt voor een vitale bodem en betere bodemweerbaarheid.

Perspectieven

De aarde, consumenten, buren & burgers en de Limburgse economie geven de land- en tuinbouw opgaven mee voor  de toekomst. Deze opgaven staan soms op gespannen voet met elkaar. Hierdoor staan onze boeren en tuinders voor grote uitdagingen. Maar ze zien ook perspectieven! Voor kringlooplandbouw zijn dit de volgende:

  • Bied ruimte aan innovaties en faciliteer samenwerking en kennisdeling.: Wet- en regelgeving, maar ook verzuiling in sectoren, blokkeren de weg naar innovaties. Door samenwerking en experimenteerruimte komen innovaties sneller van de grond en worden kansen benut.
  • Ondersteun de beweging naar een duurzamer, gezonder en eerlijker voedselsysteem: Boeren en tuinders hebben als primair producent hierin een cruciale rol. Goed functionerende voedselketens stellen boeren en tuinders in staat een behoorlijk inkomen te verdienen. Hierdoor kan waarde worden gecreëerd voor economische groei, de samenleving en het bedrijfsleven.
  • Voer een echte dialoog met de sector: Participatie staat hoog in het vaandel van overheden (gemeenten, provincie, waterschap). Maar dit leidt te vaak tot grote sessies of het accent op digitale inspraak. Het is wenselijk dat met de landbouwsector, als belangrijkste stakeholder én grondeigenaar in het buitengebied, een echte face-to-face dialoog wordt gevoerd voor rurale plannen, programma’s en (grotere) projecten.
  • Zorg voor zuinig ruimtegebruik: Beperk grondclaims zoveel mogelijk en zet, indien nodig, in op multifunctioneel grondgebruik, waarbij gronden in agrarisch bezit en gebruik blijven (waar nodig met beperkingen).
  • Waardeer maatschappelijke diensten: Land- en tuinbouw dragen bij aan de oplossingen voor vele opgaven, ook maatschappelijke, zoals natuur, landschap, rust, welzijn en wateroverlast. Maar de markt betaalt die opgaven beperkt of niet. Zorg daarom voor evenwicht tussen maatschappelijke opgaven en beschikbare financiële middelen.
  • Ontwikkelruimte: Creëer ruimte voor ondernemers die experimenteren en die ontwikkelen om te kunnen voldoen aan de wensen van markt en omgeving.
  • Werk integraal: Kijk bij voorgenomen plattelandsbeleid, -programma’s en -projecten naar de gevolgen in de breedte en check op tegenstrijdigheden. Betrek ondernemers, andere belanghebbenden én andere overheden. Maak vervolgens eenduidige keuzes en betrek daarbij ook opgaven en uitdagingen die niet (direct) tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag horen. Op het agrarisch bedrijf komen al die opgaven en uitdagingen immers samen.
  • Investeer in kennis, onderwijs en onderzoek: Faciliteer de samenwerking tussen studenten, onderzoekers en ondernemers en investeer in goed onderwijs op alle niveaus, doorlopende leerlijnen en een leven lang ontwikkelen. Want zo wordt talent gebonden en geboeid. Investeer ook in een kennisinfrastructuur die innovaties mogelijk maakt.

Bovenstaande randvoorwaarden stellen de agrarische sector in staat een belangrijke bijdrage te leveren aan kringlooplandbouw en daarmee aan de aarde.