Beperken van hinder

Opgave

Beperking van hinder betreft hier het zoveel mogelijk voorkomen van hinder voor de directe omgeving die kan ontstaan op het bouwblok, het veld of bij de routing van landbouwvoertuigen. Ambitie is de hinder te beperken tot een aanvaardbaar niveau.

Oplossingen

Limburgse boeren en tuinders hebben de volgende oplossingen in huis voor deze opgave:

Goede ruimtelijke planning en inpassing

Om de veelheid aan opgaven en oplossingen te kunnen laten landen in het landschappelijk gebied, zijn een goede ruimtelijke planning en inpassing nodig. De land- en tuinbouw bieden kansen om meerdere functies op één locatie te laten samenkomen. Maar waar nodig worden functies ook gescheiden ter bescherming van de omgeving of behoud van een optimale landbouwproductie.

Reductie van emissies: geur, NH3, fijnstof, endotoxines, geluid, stikstof(oxiden).

Stimuleren van technieken en goed management om emissies zoveel mogelijk te beperken. Samen met overheid en deskundige bureaus ontwikkelen van technieken voor meten op stal- of bedrijfsniveau. Inzet op doel- in plaats van middelvoorschriften (verantwoordelijkheid en keuze bij agrarische ondernemer).

Perspectieven

De aarde, consumenten, buren & burgers en de Limburgse economie geven de land- en tuinbouw opgaven mee voor  de toekomst. Deze opgaven staan soms op gespannen voet met elkaar. Hierdoor staan onze boeren en tuinders voor grote uitdagingen. Maar ze zien ook perspectieven! Voor het voorkomen van wateroverlast is dit de volgende:

  • Bied ruimte aan innovaties en faciliteer samenwerking en kennisdeling.: Wet- en regelgeving, maar ook verzuiling in sectoren, blokkeren de weg naar innovaties. Door samenwerking en experimenteerruimte komen innovaties sneller van de grond en worden kansen benut.
  • Breng gevolgen voor land- en tuinbouw in beeld: Breng bij beleid en programma’s en (grote) projecten voor het buitengebied de gevolgen voor de land- en tuinbouw in beeld. Wat zijn de gevolgen qua oppervlakte, kosten, marktpositie en sociaal? Werk ook uit hoe negatieve gevolgen voor land- en tuinbouw gemitigeerd kunnen worden.
  • Ontwikkelruimte: Creëer ruimte voor ondernemers die experimenteren en die ontwikkelen om te kunnen voldoen aan de wensen van markt en omgeving.
  • Voer een echte dialoog met de sector: Participatie staat hoog in het vaandel van overheden (gemeenten, provincie, waterschap). Maar dit leidt te vaak tot grote sessies of het accent op digitale inspraak. Het is wenselijk dat met de landbouwsector, als belangrijkste stakeholder én grondeigenaar in het buitengebied, een echte face-to-face dialoog wordt gevoerd voor rurale plannen, programma’s en (grotere) projecten.
  • Werk integraal: Kijk bij voorgenomen plattelandsbeleid, -programma’s en -projecten naar de gevolgen in de breedte en check op tegenstrijdigheden. Betrek ondernemers, andere belanghebbenden én andere overheden. Maak vervolgens eenduidige keuzes en betrek daarbij ook opgaven en uitdagingen die niet (direct) tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag horen. Op het agrarisch bedrijf komen al die opgaven en uitdagingen immers samen.
  • Zorg voor zuinig ruimtegebruik: Beperk grondclaims zoveel mogelijk en zet, indien nodig, in op multifunctioneel grondgebruik, waarbij gronden in agrarisch bezit en gebruik blijven (waar nodig met beperkingen).

Bovenstaande randvoorwaarde stelt onze sector in staat een belangrijke bijdrage te leveren aan het beperken van hinder en daarmee aan buren- & burgersopgaven