Hoe ondersteunt de LLTB Limburgse agrariërs?

Hieronder wordt beschreven hoe de LLTB zijn leden ondersteunt. Meer informatie over de LLTB, de diverse sectoren en dossiers vindt u hier.

De agrarische sector is geslaagd in de opgave die tot enkele decennia geleden uniek en centraal stond: voldoende, veilig en gezond voedsel te produceren. De vragen van de aarde, de burger en de buur, de consument en de Limburgse economie zijn vandaag de dag echter meer divers en complex tegelijk. Om goed te kunnen functioneren, moeten agrarische ondernemers zich van hun maatschappelijke positie bewust zijn. Zij moeten beantwoorden wat de samenleving van hen vraagt, maar anderzijds moet de samenleving begrijpen wat hen beweegt. De LLTB neemt positie op het snijvlak tussen de ondernemer en de maatschappij. De boer en tuinder zitten zelf aan het stuur van hun onderneming. De LLTB is een vereniging die leden ondersteunt in goed ondernemerschap en de LLTB is tegelijkertijd een gezaghebbende partij die het algemeen maatschappelijk belang van de Limburgse land- en tuinbouw blijft benadrukken en onderbouwen.

Een goed inkomen
De LLTB staat voor ruimte voor ondernemerschap, ontwikkeling en innovatie van haar leden. Waarbij die leden – rekening houdend met de omgeving – een goed inkomen kunnen verwerven via een passend verdienmodel met een evenwaardige rol voor de agrariër in de keten. De LLTB wil agrariërs ondersteunen om hun positie in de keten te versterken en vraaggericht te produceren.

Hoe ziet de LLTB het verdienmodel van de boer en tuinder?
In de verduurzaming van de land- en tuinbouw is er onduidelijkheid en dus discussie over welke maatregelen van een agrarische ondernemer verwacht mogen worden en voor welke inspanningen de ondernemer redelijkerwijs een vergoeding mag verwachten. De LLTB hanteert hierbij de volgende “ladder”, waarbij naarmate de trede hoger wordt een grotere bijdrage van overheid (en eventueel anderen) wordt verwacht.

Trede 1 - Basis: Een gelijk internationaal speelveld (minimaal op Europees niveau).
Het gaat hier om gelijke eisen aan producten, productiewijze en omgevings- en milieunormen. Door het creëren van een level playing field ontstaat geen oneerlijke concurrentie. Van de overheid wordt consistente nationale en Europese regelgeving verwacht. Van overheid en keten wordt verwacht dat import van producten die niet aan de eisen voldoen, wordt tegengegaan.

Trede 2 - Toepassing goede landbouwpraktijk.
Van de agrariër mag worden verwacht dat hij goede landbouwpraktijk toepast. Dit levert voordeel op voor de boer én de omgeving. Als een boer bijvoorbeeld zorgt voor het beter vasthouden van water, voorkomt hij droogtestress en opbrengstverlies bij de gewassen. Tevens zorgt hij voor het voorkomen van wateroverlast en voor beschikbaarheid van water voor de natuur. De overheid kan hierin een bijdrage leveren door stimulering van investeringskosten. Er is immers niet alleen een economisch belang, maar ook een maatschappelijk belang van biodiversiteit en klimaat.

Trede 3 - Inspelen op nieuwe vragen
Consumentenwensen wijzigen en dit biedt kansen voor het bedienen van nieuwe markten door de boer en tuinder. Het bedienen van nieuwe markten is echter een hele uitdaging. Bij voedselketens is daarbij samenwerking in de keten en gezamenlijk afdekken van aanloopkosten en risico’s essentieel. Een evenwaardige positie van de primaire sector in de keten is hierbij van belang. Voor de overheid ligt hier een rol door ketensamenwerking te stimuleren en door boer en tuinder te ondersteunen in het maken van businessplannen gericht op de toekomst. Daarbij is ook ruimte voor verbrede verdienmodellen als zorg en toerisme of energieleverancier.

Trede 4 – Aanvullende omgevingsvragen
De locatie van bedrijven kan ertoe leiden dat van een ondernemer specifieke maatregelen worden gevraagd. Zo kan de ligging nabij een Natura2000-gebied leiden tot extra eisen aan de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld minder stikstofuitstoot of peilgestuurde drainage). Voor zover deze eisen uitgaan boven goede landbouwpraktijk, wordt hier een adequate financiële ondersteuning verwacht in de kosten (bijvoorbeeld subsidiëring van emissiearme technieken).

Trede 5 – Maatschappelijke diensten
Tenslotte kan de maatschappij aanvullende wensen hebben die leiden tot vermindering van opbrengsten of extra kosten die niet door de markt worden vergoed. Denk bijvoorbeeld aan boerennatuur, zware landschapseisen of gronden voor inundatie. In dat geval wordt een volledige vergoeding verwacht, in beginsel van de overheid. Dat kan zijn in de vorm van afwaardering of in de vorm van langjarige contracten (dertig jaar). Tevens wordt van de overheid hier een open proces verwacht, waarbij bijvoorbeeld kavelruil plaatsvindt en ondernemers die openstaan voor deze maatschappelijke diensten gronden ruilen met ondernemers die hier minder toe bereid zijn.

Profilering
De LLTB zet in op een nog betere profilering van Limburgse boeren en tuinders naar de brede samenleving. De LLTB doet dit door verhalen en acties van leden te communiceren via storytelling, fotografie, video, webinars, et cetera. Dit zijn instrumenten om de positieve boodschap verder te verspreiden. Daarnaast geeft de LLTB individuele boeren en tuinders handvatten voor communicatie met burgers en proactieve communicatie over de agrarische sector naar de maatschappij. De LLTB is een ondernemersvereniging die de verantwoordelijkheden van haar leden erkent en hen daarin ondersteunt. Limburgse boeren en tuinders zijn op de eerste plaats ondernemers die de kennis en de kunde hebben over de productie van alles wat het land voortbrengt. Daarin verdienen ze ons vertrouwen, erkenning en een eerlijke prijs voor hun producten.

Nieuwe verdienmodellen
De primaire producten zijn echter allang niet meer de enige bron van inkomen. Zoals het goede ondernemers betaamt, wordt constant gezocht naar nieuwe verdienmodellen. Andere tijden vragen om innovatie, creatieve maar zeker ook lucratieve initiatieven. Voor al deze activiteiten blijft brood op de plank een belangrijke voorwaarde. Dat geldt voor de primaire producenten in de dierlijke en plantaardige sectoren, gangbaar of biologisch, maar net zo goed voor de verbreders in de multifunctionele landbouw als de zorg, de kinderopvang, natuurbeheer en het agrotoerisme.

Jonge agrariërs
Bijzondere aandacht heeft de LLTB voor jonge agrariërs. Om goed en gezond voedsel en planten te kunnen blijven leveren in de toekomst, zijn bedrijfsopvolgers nodig. Bedrijfsovername in de agrarische sector is echter een hele uitdaging. Perspectief bieden voor duurzame toekomstige agrarische bedrijven is een basis. Maar daarnaast zijn zaken als goede opleidingen (een leven lang leren op aspecten bedrijfstechniek, omgeving, markt), fiscale regelingen en stimulans in innovatie (technieken, automatisering) essentieel. De LLTB werkt hieraan in nauwe samenwerking met het LAJK.

Randvoorwaarden
Als LLTB zien wij het als onze taak voor onze leden de beste randvoorwaarden te scheppen, zodat ze de ruimte hebben om te ondernemen, zowel fysiek als qua regelgeving. De ruimte om te doen waar ze goed in zijn en dat is elke dag keihard werken voor ons eten, het landschap en de samenleving als geheel. De land- en tuinbouw zijn onderdeel van de oplossing voor tal van uitdagingen, waarmee de hele samenleving te maken heeft. Van gezonde voeding tot werkgelegenheid, van economische groei tot de klimaatopgaven en van het leefbaar houden van het platteland tot het zorgen voor een boom- en plantrijke leefomgeving. Daar zijn we trots op. Boeren en tuinders houden Limburg gezond.